Toestand vzw – “Stadskankers omvormen tot stads-ankers: dat spreekt elke politicus aan”
8 mei 2018
Toestand vzw – leegstand revitaliseren
Toestand vzw heractiveert leegstaande gebouwen door ze tijdelijk te bezetten. Noem het gereglementeerd kraken mét een maatschappelijk missie, want de Brusselse vzw komt in actie op vraag van gemeenten en andere overheden. “We starten en beheren zelf sites,” zegt algemeen coördinator Pepijn Kennis. “Maar vooral zetten we heel wat andere organisaties en initiatieven op het goede spoor om hetzelfde te doen.”
“We zijn ontstaan rond ’54 – zeg: Saint-Cath – Kolaktiv’, – een DJ-collectief in de buurt van het Brusselse Sint Katelijneplein”, zegt Pepijn Kennis. “Dat vond moeilijk een geschikte ruimte om te feesten, terwijl er enorm veel leegstaat. Het idee rees om meer te doen met die ruimtes dan feesten. In een cultureel centrum mag je vaak nog geen punaise in de muur slaan, terwijl je hier een reuzentafel bouwt, een vergaderruimte of keuken inricht.”
Het nieuwe middenveld is hyperlokaal en stedelijk, superdivers en politiserend, maar moeilijk politiek te vertegenwoordigen
“Onze allereerste echte actie was een avond voor en dóór iedereen in een leegstaand casino. Wij zorgden enkel voor de locatie, de deelnemers voorzagen het feest. Ons eerste langere project was een school in Vilvoorde. Die doopten we Plek 322. We organiseerden er concerten en creatieve ateliers en zo ontstond de ‘Spontane Actie Zone’ (SAZ) Daarna waren we een tijdje ‘dakloos’, tot we in 2014 onze intrek namen in Allee du Kaai (tegenover Thurn & Taxis), ontstaan door een projectoproep van Leefmilieu Brussel, dat er een park gaat beheren. De tijdelijke bezetting zorgt er voor sociale cohesie en culturele dynamiek. En de site wordt geen stadskanker.”
Verbinden is even belangrijk als heractiveren?
“Ja, we willen zo veel mogelijk lokale initiatieven betrekken. Jongerenorganisaties uit Molenbeek en Brussel-Stad, een collectief dat volkskeukens organiseert op basis van recuperatievoedsel, sportorganisaties, een zeefdrukatelier, een champignonkwekerij… in het totaal een dertigtal partnerorganisaties op Allee du Kaai. We streven naar diversiteit. Dat wil zeggen dat we zowel jongeren, Marokkaanse mama’s als kunstenaars uit de buurt willen betrekken. We willen geen hippe boboplekken waar de buurtmama’s met hun buggy niet komen. Wel een ministad in de stad, waar je interactie krijgt. Minder gegoede groepen hebben voorrang. Ruimte is een schaars goed. Vanuit onze sociale bevlogenheid willen we die hen ook bieden.”
We draaien de bedreiging die leegstand vormt om tot een kans. Maar hét struikelblok de verkokering van het beleid
“Nieuwe projecten zijn Biestebroek in Anderlecht – een tijdelijk buurtcentrum – en Marie Moskou, een leegstand plein in Sint-Gillis, allebei in het kader van een wijkcontract. Het Brussels Gewest stelt middelen ter beschikking aan gemeenten om in een bepaalde wijk investeringen te doen in de publieke ruimte, huisvesting en infrastructuur. We hopen telkens dat de uiteindelijke bestemming van zo’n plek aansluit bij onze filosofie, maar daar lobbyen we niet voor. We zijn geen participatiebureau, maar bieden ruimte aan en capteren wat er leeft in de stad. We willen ons daarbij afzetten tegen leegstandsbewaking en commerciële antikraakbedrijven, waarbij een heel gebouw bewoond wordt door maar enkele mensen om het op die manier nog te laten renderen voor het afgebroken of gerenoveerd wordt.”
Hoe ziet de structuur van Toestand vzw eruit?
“We hebben 13 betaalde, deeltijdse medewerkers en een honderdtal vrijwilligers: sociaal-cultureel werkers, mensen met een technisch-artistieke of architectuurachtergrond … We zijn een Nederlandstalige vzw als je naar onze statuten kijkt, maar de realiteit is Brussels: de staf- en vrijwilligersvergaderingen gaan vaak door in een mengelmoes van talen.”
“Elk jaar starten we naast onze SAZ’s een buitenlands project op: Oekraïne, Kosovo, Granada, dit jaar gaat het naar Macedonië. Een leegstaande bioscoop transformeerden we tot een culturele jeugdzone, we maakten een betonnen structuur klaar voor een nieuwe functie als cultureel-sociaal centrum of heractiveerden een park. We perfectioneren onze bouwtechnieken on the spot dankzij de mensen ter plekke. Beton maken leerden we bijvoorbeeld in Spanje van oude rotten in het vak die met een kapotte rug in het park zaten. Do-it-yourself zit ingebakken in onze organisatie.”
Jullie bouwen knowhow op over het preventief revitaliseren van leegstand. Hoe stel je die kennis veilig?
“Op projectniveau krijgen we middelen via Leefmilieu Brussel, openbare aanbestedingen of Wijkcontracten voor onze SAZ’s. Maar een gemeenschapscentrum van 6000 m² runnen met anderhalve VTE is moeilijk. Daarom creëerden we subprojecten die anders gesubsidieerd worden. Voor het Jeugdhuis dat deel uitmaakt van Allee du Kaai krijgen we Vlaamse subsidies voor een bovenlokaal jeugdhuisproject, in Anderlecht krijgen we geld van de Vlaamse gemeenschap (Brussel) voor het project Straatburgerschap. Gebruikers vragen we om een vrije bijdrage om zo de energiekosten te kunnen dekken.”
“Maar we moeten vooral proberen om op structureel niveau te blijven bestaan, anders raken we jaren ervaring en expertise kwijt. De VGC vult dat vanaf 2018 deels in door één VTE te subsidiëren. We hopen ook op steun van de Vlaamse Gemeenschap om onze expertise te ontwikkelen en delen. Jaarlijks geven we een 50-tal presentaties in Vlaanderen en Brussel, zoals aan het Vlaams Architectuurinstituut en bij de Europese instellingen. Er is dus vraag naar onze kennis en expertise. Met De Ambrassade werken we ook samen, bijvoorbeeld tussen 2014 en 2017 op het project ‘Ruimte delen is ruimte creëren’. Samen hebben we een soort handleiding gemaakt – zonder extra middelen.”
We willen geen hippe boboplekken die buurtmama’s met hun buggy afschrikt. Wel een ministad in de stad, waar je interactie krijgt
“De planlast van zo’n gemengde financiering op projectniveau is zwaar. Voor 2017 moesten we bijvoorbeeld 8 verantwoordingsnota’s maken voor subsidies, elk met een inhoudelijk en een financieel luik en een eigen logica van doelstellingen en financiële tabellen. Dat zijn ruim 2000 pagina’s aan rapporten en facturen. Jaarlijks goed voor meer dan een maand werk.”
Hoe plaats je wat jullie doen in een bredere middenveldcontext?
“Ons verhaal kan op veel manieren ingang vinden bij een beleid. We geven ruimte aan de meest kwetsbaren, maar bevinden ons ook in een verhaal van stadsontwikkeling. We hebben voeling voor culturele initiatieven, maar evengoed met maatschappelijk verantwoord ondernemen of collectieve woonvormen. We draaien de bedreiging die leegstand vormt om tot een kans. Daar kun je moeilijk tegen zijn. Maar omdat we veel beleidsdomeinen raken, schuift een beleid al snel de verantwoordelijkheid voor ondersteuning door. Daarnaast is de recente antikraakwet ook een domper: veel initiatieven van tijdelijk gebruik zullen het niet meer aandurven om iets soortgelijks te ondernemen zonder de nodige expertise en ondersteuning.”
“De superdiverse realiteit van vandaag in Brussel is die van morgen in Vlaanderen. Hoewel gemeenten de verstedelijking niet altijd graag zien komen, kijkt een vooruitstrevend middenveld naar de stad om zich te wapenen voor de toekomst. Bij de demografische verschuiving komt ook een verschuiving binnen het middenveld kijken. Het nieuwe middenveld is hyperlokaal en stedelijk, superdivers en politiserend, maar moeilijk politiek te vertegenwoordigen.”