Neos – Ouderenvereniging met ondernemersbloed
14 augustus 2018
Neos – inkomsten uit partnerschappen
Een ouderenvereniging, maar anders dan de (meeste) anderen niet ontstaan uit een mutualiteit. Neos ontstond als onafhankelijke vereniging voor oudere zelfstandigen. “Aanvankelijk waren we er enkel voor die gewezen zelfstandigen, maar ons ledenbestand is enorm verruimd”
“De roots van Neos liggen bij Unizo, Zenito en Markant. Vroeger heetten we – vréselijke naam was dat – CRM, Club voor Rustende uit de Middengroep”, zegt directeur Martin De Loose. “Dat weerspiegelde steeds minder waarmee we bezig zijn. We zijn juist geëvolueerd naar een netwerk van ondernemende senioren: niet enkel gewezen zelfstandigen, maar iedereen die in zijn carrière én daarna nog ondernemend voelt, is meer dan welkom. Wij benadrukken de voordelen van dat latere hoofdstuk in je leven – ook bij jongere mensen.”
Hoe verspreid is Neos in Vlaanderen?
“Er zijn nu precies 214 afdelingen met bijna 34.000 leden. Dit is de enige ouderenvereniging die onafgebroken groeit. Wij creëren nog altijd nieuwe afdelingen. Het doel is één per stad of gemeente. We moeten nog 1/3 van de Vlaamse gemeenten invullen om overal aanwezig te zijn. De afdelingen zijn gebaseerd op een klassiek verenigingsmodel waar we heel sterk in geloven. Alleen is de context nu anders. Vroeger bleef je in je zuil, vandaag shop je rond en kijk je welke organisatie je iets te bieden heeft. Ouderen komen ook niet meer automatisch bij een ouderenvereniging terecht. In het werkveld ontstond er een andere dynamiek, waardoor jongere ouderen niet meer ‘op rust’ gaan. Ons verenigingsleven is heel actief en komt tegemoet aan een grote vraag naar activiteiten. Cultuur, bedrijfsbezoeken en voordrachten blijven pijlers. Reizen, sport en bewegen kwamen erbij.”
Neos is duidelijk niet enkel afhankelijk van subsidies.
“Lidgelden, subsidie en partnerschappen zijn onze bronnen van inkomsten. Alternatieve financiering en vermarkting zitten in ons DNA. Neos wordt gesubsidieerd (via het socio-cultureel volwassenenwerk) op basis van een situatie van 20 jaar geleden. We zijn gigantisch geëvolueerd qua afdelingen en ledenaantal. Vanaf 2021 zouden we het nieuwe decreet moeten kunnen voelen en een rechtzetting krijgen. Maar het gebrek aan financiering hebben we als ondernemers zelf deels opgevangen. Zo hebben we heel veel partners, waaronder reispartners, culturele partners zoals Sportpaleis Groep en Music Hall, Plantentuin Meise, waarvoor we een variant van geocaching hebben uitgewerkt… We hebben een breed palet aan samenwerkingsmodellen.”
Wat staat er op jullie beleidsagenda en hoe kan de overheid jullie werking verder faciliteren?
“Dat doen we met 14 vaste medewerkers en meer dan 1.900 bestuursvrijwilligers. Zij nemen een engagement op waarmee ze op hun beurt vele senioren uit hun buurt inspireren. Elke club heeft een eigen, zelfsturend bestuur. Stiefmoederlijk behandelen is uit den boze, iedereen kan een eigen lokaal verhaal schrijven. Voor administratieve vereenvoudiging en minder juridisering blijven we wel vragende partij. Op het vlak van aansprakelijkheid blijven verenigingen kwetsbaar. Elke vereniging heeft persoonsgegevens nodig, maar GDPR heeft veel impact op feitelijke verenigingen. Dat schrikt af, maar dat is nooit de bedoeling van de Europese wetgever geweest. Je moet op maat kunnen werken. Voor de misstappen van de Facebooks van deze wereld, wordt nu het hele middenveld gestraft.”